Dionys Piggen

Mannelijk


Generaties:      Standaard    |    Verticaal    |    Compact    |    Box    |    Alleen tekst    |    (Uitgebreide)kwartierstaat    |    Voorouderwaaier    |    Media    |    PDF

Generatie: 1

  1. 1.  Dionys Piggen (zoon van Dionys Peeter Pauwels Piggen (Pigghen) en Catharina Jacob Jans van Wesel).

    Aantekeningen:


    Een van Breda’s oliga




    rchen


    in de periode na 1590, Dionys Piggen, liet zijn gelijknamige zoon in de jaren



    twintig van de zeventiende eeuw eveneens op de onderste sport van de stedelijke



    administratie beginnen.





    255






    255





    SAB, ORA inv.nr. 517, f. 90-91 d.d. 26-04-1618: in deze vestakte wordt Dionijs Piggen de jonge als klerk ter


    secretarie vermeld; SAB, ONA inv.nr. 26 f. 26 d.d.03-11-1620: ibidem. Zie ook: NA, NDR inv.nr. 7953, f. 20v



    d.d. 05-02-1622.




Generatie: 2

  1. 2.  Dionys Peeter Pauwels Piggen (Pigghen) (zoon van Peeter Piggen (Pigghen)); is gestorven in 1619 in Breda.

    Aantekeningen:

    Diversen borg
    Datum akte 24-10-1606
    Poorter Jan Cuyck Commersz
    Poorter diversen herkomst poorter: Hattem
    Poorter beroep schoenmaker
    Borg Dionys Piggen
    Borg beroep borgemeester


     


     


    Author


     


    : Meij, C.O. (Otto) van der


     


    Title


     


    : Tussen Oranje en Spanje : de leefwereld van Bredase regenten 1550-1700


     


    Issue Date


     


    : 2012-10-25


     De grote variëteit aan huizen maakt dat de spreiding van het woningbezit van regenten
    door de hele stad lag. Hoe gevarieerd het huizenbezit van regenten was
    blijkt bijvoorbeeld in het geval van Dionys Piggen, een van de Bredase oligarchen
    eind zestiende, begin zeventiende eeuw. Oorspronkelijk was hij waard in het ‘cleijnen
    hert’ en later het ‘grooten hert’ op de Grote Markt, voordat hij in 1594 voor het
    eerst schepen werd. In 1598 verkocht hij samen met zijn zuster Elizabeth dit laatste
    - ‘de huijsinge mette poorte ende poortcamer, daerneven mouthuysen oft achterhuysen,
    stallen, hovinge ende erffenisse metten gange off wegen daertoe’ - voor fl.
    3.267.-.60 Juist het jaar ervoor was Piggen als eigenaar voor twaalf gulden en zes-
    tien stuivers aangeslagen in het kohier van de honderdste penning en daarmee, in
    overeenstemming met de lokatie, een van de hoogst aangeslagenen in de stad.
    Slechts zijn collega-bestuurders burgemeester Godevaart Montens met zestien gulden
    voor zijn huis aan de zuidzijde van de Gasthuisstraat en oud-schepen Pieter
    Hoevenaars met veertien gulden en acht stuivers voor zijn huis de ‘Cok’ aan de
    zuidzijde van de Langebrugstraat moesten meer betalen. Ondanks dit fraaie bezit
    besloot Piggen juist rond het moment dat hij voor het eerst in 1599 burgemeester
    werd te verhuizen.
    In eerste instantie betrok hij korte tijd het huis voor het kasteel, waarin vóór hem
    rentmeester Johan Bacx met zijn gezin had gewoond. Mark Dirkszoon, de koper
    van ‘den grooten hert’, verkocht vervolgens in 1600 aan Piggen een huis op de
    Haagdijk: ‘de huijsinge genaempt den gulden ancker, mouterije schuere kalckhuijs
    pleijne hovinge ende erffenisse metten gang daerneven liggende’. Piggen verhuisde
    daarmee zowat naar het uiteinde van de stad, naar een huis dat nog niet de helft
    waard was van zijn vorige woning. Deze katholiek schiep daarmee wel zeer demonstratief
    ruimte tussen zijn persoonlijke en ambtelijke levenssfeer. Hoewel Piggen
    in archiefstukken nooit brouwer wordt genoemd, doen beide transacties vermoeden
    dat hij in de loop van de jaren negentig van waard in (huis)brouwer was
    veranderd. Een herberg - zelfs al lag ze naast het stadhuis - was bovendien minder
    representatief als woonruimte voor een burgemeester. Wellicht ook probeerde Piggen
    via deze verkoop tijdelijk aan geld te komen òf was hij simpelweg een goed
    zakenman en opereerde hij als zodanig op de plaatselijke huizenmarkt. Toen hij
    namelijk in 1609 het inmiddels tot brouwerij verbouwde ‘gulden ancker’ verkocht,
    kreeg hij ruim twee keer zoveel (fl. 2.620.-.) als hij ervoor had betaald.61 Deze ervaring
    met onroerend goed beviel hem kennelijk zo goed dat hij enkele maanden
    later ‘een hoffstadt ende erve mette materialen daerop’ op het kasteelplein kocht.62
    Wat hier precies is gebeurd wordt niet duidelijk, maar ruim twee jaar later werden
    de (inmiddels) ‘twee afgebrande hoffsteden’ doorverkocht, nadat Piggen enkele
    maanden eerder een nieuwe woning, ‘de huijsinge pleijne hovinge ende erffenisse’
    in de Steenbrugstraat (of Nieuwstraat), had gekocht voor fl. 2.800.-. Hierin zou hij
    tot aan zijn dood blijven wonen. Daarmee was aan zijn rondzwervingen door de
    stad een einde gekomen en kennelijk had hij tevens zijn brouwactiviteiten opgedoekt.
    Wellicht dat ouderdom hem uiteindelijk weer iets dichter naar het stadscentrum
    bracht.
    Een dergelijk verhaal als over Piggen valt voor bijna elke regent te houden. De
    meesten verhuisden in elk geval meerdere keren gedurende hun leven, al naar gelang
    de persoonlijke omstandigheden. De frequentie van verhuizingen in de stad
    lag hoog - mogelijk ter afspiegeling van opwaartse sociale mobiliteit - en de onderlinge
    concurrentie om de beste locaties was groot. Daar men vaak meerdere huizen
    bezat, is het soms moeilijk te bepalen waar ze nu eigenlijk zelf woonden. Zo verhuisde
    oud-schepen Johan van Alphen in mei 1676 uit zijn huis St. Joris op de Grote
    Markt naar het huis Maastricht omtrent de Tolbrug, waar hij tot zijn dood in oktober
    1681 verbleef.64 Wie de vestbrieven erop naslaat, zou hiervan echter onwetend
    blijven. Veranderingen in levenssituatie konden om een aanpassing van huis
    bij persoon vragen of verhuizingen waren, zoals bij Piggen, tevens bedoeld om een
    andere levensstijl invulling te geven.


     


    Echt luxe kledij was onder de Bredase regenten niet de regel. Evenals hun collega’s
    elders, gingen zij en andere hooggeplaatsten vooral sober gekleed. Deze persoonlijke
    eenvoud was een uiting van hun burgerlijkheid. Zij hielden vast aan een standaardrepertoire
    van kleren, gemaakt van de wat duurdere stoffen met hier en daar
    wat extra’s als bontvoering - hoewel de winters vaak streng genoeg waren om dit
    nauwelijks als een luxe te hoeven bestempelen. Zo had burgemeester Piggen een
    zwart satijnen wambuis, een zwarte wollen laken mantel met zes koorden en een
    wollen grauwe mantel met strikken. Geld uitgeven aan kleding hing dus in belangrijke
    mate af van de staat die men voerde. Apart waren verder Piggens’ rode onderbroek
    met rode hemdrok (gevoerd met bont) en witgebloemde slaapmuts; enige
    frivoliteit lijkt hij daarmee voor de slaapkamer te hebben bewaard.96 Wat betreft de
    gebrekkige hygiëne van die tijd valt tegelijk op dat dezelfde Piggen over slechts
    vier onderbroeken beschikte en zijn collega-burgemeester mr. Sebrecht Sgraeuwen
    maar over twee! Van schepen Cornelis Vredevorst van Dalem is bekend dat hij nog
    honderddertig gulden schuldig was aan lakenkoper Pieter van den Broeck, daar
    waar hij bij de meeste van zijn krediteuren hoogstens voor enige tientallen guldens
    in het krijt stond.97 Kleren maakten dus evenzeer de man als de vrouw.


     


    Hoe meer bezittingen, hoe meer papieren rompslomp ook. Bijna iedereen had wel
    iets aan papieren in huis meestal in de vorm van eigendomsakten, een huurcontract
    of een testament. We zijn hier voor Breda bijzonder goed over ingelicht omdat ze
    vaak apart werden geïnventariseerd, vooral in de boedeladministratie van de schepenbank.
    Bijzonder fraai is bijvoorbeeld de inhoud van een koffer uit het bezit van
    Dionys Piggen anno 1622.162 Naast de vele papieren, kwamen er tevens nog vijf
    blauwe en zeven rode stenen uit tevoorschijn (mogelijk van een dobbelspel of bij
    wijze van pressepapier), ‘twee oochgelasen’ (Piggen was een van Bredaas oligarchen
    en verkeerde op hoge leeftijd, vandaar deze bril), een landkaart en een vergulde
    mosselschelp (een rariteit, mogelijk tevens in functie als pressepapier). Soms
    waren er tevens kleine bundeltjes brieven of een ‘memoriael’ met familieaantekeningen
    in huis. De geschiedenis van de eigen familie was al vroeg een serieuze bezigheid
    onder de regenten: van diverse schepenen zijn eigentijdse geslachtsregisters
    bewaard gebleven. Dit geldt bijvoorbeeld voor leden van de families Bernagie, Drabbe, Havermans en Wachmans.

    Dionys is getrouwd met Catharina Jacob Jans van Wesel in circal 1600. Catharina (dochter van Jacob Jansz van Wesel en Cornelia (Neeltgen) Jacobsdr Kotermans) is gestorven op 4 apr 1616 in Breda. [Gezinsblad] [Familiekaart]


  2. 3.  Catharina Jacob Jans van Wesel (dochter van Jacob Jansz van Wesel en Cornelia (Neeltgen) Jacobsdr Kotermans); is gestorven op 4 apr 1616 in Breda.

    Aantekeningen:

    https://www.openarch.nl/show.php?archive=brd&identifier=f5c55817-0b9a-929c-1af8-7d36d7dd262a&lang=nl&six=1


    Overledene (vrouwelijk)
    Nn Nn
    Relatie
    Dionijs? Piggen


    Opmerking
    baarkleed en overgeluid. relatie was burgemeester.

    Kinderen:
    1. Piggen is geboren op 4 apr 1616 in Breda; is gestorven op 4 apr 1616 in Breda.
    2. 1. Dionys Piggen


Generatie: 3

  1. 4.  Peeter Piggen (Pigghen)

    Aantekeningen:

    http://alsemgeest.hele.nl/getperson.php?personID=I21725&tree=Alsemgeest

    Kinderen:
    1. 2. Dionys Peeter Pauwels Piggen (Pigghen) is gestorven in 1619 in Breda.
    2. Jannen Piggen (Pigghen)
    3. Petronella Piggen (Pigghen)

  2. 6.  Jacob Jansz van Wesel is gestorven vóór 1605.

    Aantekeningen:

    http://home.online.nl/audeman/wesel/parwesel.htm


     


    III.4    Jacob Jansz van WESEL, zn. van Jan Thomasz van WESEL (zie II.1) en Maria (Marycken) Jacobsdr TELSHOUT (van 't Elshout).
    Woont bij de Vuijlpoort in "De drye Roesen" annex oliemolen. # (1) Lijntgen Jacobsdr.
    # (2) Cornelia (Neeltgen) Jacobsdr KOTERMANS, weduwe in 1605, d.v. Jacob KOTERMANS, brouwer in "De Moriaen" te Breda, en Anneken Jansdr.
    Uit het eerste huwelijk:


    1567 (zie IV.3).orm: none; color: #000000; font: 16px 'Arial Unicode MS', sans-serif; letter-spacing: normal; text-indent: 0px; -webkit-text-stroke-width: 0px;" />Uit het tweede huwelijk:


    ass="Apple-converted-space"> Jacobsz (zie IV.5).bsp;3. space"> Dirk Dirksz van HOORN, kapitein in dienst dezer landen.
    # (2) Dionysius PIGGE.5">Jacob Jacobsz (zie IV.11). align="right" valign="top">   5. p;Jacobsz (zie IV.13).BM227">Agatha Jacobsdr.
    # ca 1604 Hendrik Jaquesz TERWE (Terwen, Tarwe), doopsgezind predikant, †  2 okt 1625.f="http://home.online.nl/audeman/wesel/parwesel.htm#BM228">Pieter Jacobsz (zie IV.17).space"> Jacobsz.onverted-space"> (Marijcken) Jacobsdr
    X 4 feb 1616 Otto Jansz van ASPEREN van MALSEN, tinnegieter te Gorinchem. (Hij als weduwnaar X (2) 2 mrt 1624 Francientje van de DRIES).ce"> Jacobsdr.

    Jacob is getrouwd met Cornelia (Neeltgen) Jacobsdr Kotermans. [Gezinsblad] [Familiekaart]


  3. 7.  Cornelia (Neeltgen) Jacobsdr Kotermans (dochter van Jacob Kotermans en Anneken Jansdr).
    Kinderen:
    1. 3. Catharina Jacob Jans van Wesel is gestorven op 4 apr 1616 in Breda.


  4. Generatie: 4

    1. 14.  Jacob Kotermans

      Jacob is getrouwd met Anneken Jansdr. [Gezinsblad] [Familiekaart]


    2. 15.  Anneken Jansdr
      Kinderen:
      1. 7. Cornelia (Neeltgen) Jacobsdr Kotermans