Cornelis Michael Adrianus Matthee
1913 - 1996 (82 jaar)-
Naam Cornelis Michael Adrianus Matthee Geboorte 1 jun 1913 Zevenbergen Geslacht Mannelijk Overlijden 10 mrt 1996 Breda Persoon-ID I286 Nouwens-Piggen Laatst gewijzigd op 21 jan 2024
Vader Johannes Matthee, ✶ 10 okt 1876, Zevenbergen ✝ 21 jun 1966, Zevenbergen (leeftijd 89 jaar) Aantekeningen - Door de huwelijken van Johannes en Adrianus ontstaat een relatie met de familie van Boxel. In Zevenbergen wonen veel van Boxel’s, maar behorend tot verschillende families. In dit geval gaat het om afstammelingen van Cornelis van Boxel die rond 1720 wordt gedoopt in Alphen en in Zevenbergen komt wonen. Het is een familie van metselaars, generatie op generatie. De grootvader van Johanna Maria van Boxel is Pieter van Boxel die in 1811 gedwongen wordt dienst te nemen in het leger van Napoleon. Het leger trekt naar Rusland en wordt verslagen. Na jaren van omzwervingen bereikt hij Zevenbergen waar zijn familie hem dood waant en de inmiddels op een landloper lijkende jongen niet meer herkent.
Adrianus en Johanna trekken na hun huwelijk in bij Jan van Hooft (de fietsenhandelaar), wiens zus Johanna is gehuwd met de broer van Adrianus Matthee. Zij wonen dan in hetzelfde huis waarin overgrootvader Hendrik Matthee 100 jaar daarvoor heeft gewoond. Lang verblijven ze er niet. Er komt ruimte vrij in het ouderlijk huis in de Molenstraat, omdat zus Dymphna Matthee naar Breda vertrekt. (het huidige nr. 36, het trapgevel deel) en het gezin van Adrianus verhuist daarheen. Kort daarna komt het huis vrij op de hoek Molenstraat – Nieuwe Brugstraat van de kruidenier Piet Huijsmans (zoon van bakker Willem Huijsmans en Maria van Boxel) en Janus trekt daar definitief in. Janus Matthee is secretaris-penningmeester van de “Haven en Sassen” en kassier van de Boerenleenbank.
Gezins-ID F81 Gezinsblad | Familiekaart
- Door de huwelijken van Johannes en Adrianus ontstaat een relatie met de familie van Boxel. In Zevenbergen wonen veel van Boxel’s, maar behorend tot verschillende families. In dit geval gaat het om afstammelingen van Cornelis van Boxel die rond 1720 wordt gedoopt in Alphen en in Zevenbergen komt wonen. Het is een familie van metselaars, generatie op generatie. De grootvader van Johanna Maria van Boxel is Pieter van Boxel die in 1811 gedwongen wordt dienst te nemen in het leger van Napoleon. Het leger trekt naar Rusland en wordt verslagen. Na jaren van omzwervingen bereikt hij Zevenbergen waar zijn familie hem dood waant en de inmiddels op een landloper lijkende jongen niet meer herkent.