Inboedel Petronella Verheulen Weduwe Jan Noúwens
Vlak voordat Petronella trouwt wordt een zeer uitgebreid inventaris opgesteld. Dit dient als basis voor de erfdeling van de kinderen en Petronella in gemeenschap van goederen met haar overleden man Jan Noúwens. Het beschrijft ook het huis en de kleermakerij in Fijnaart.
In tegenwoordigheid van Huibert Noúwens kleermaker woonende te Zevenbergen in naam en toeziend voogd van voornoemde minderjarigen zijnen neev en nigt, zijnde hij tot dezen door hem aangenomen post verkozen bij besluit van de bloedverwanten en vrienden van dezelfde minderjarigen bij wijze van familieraad vergaderd onder voorzitting van den Heeren Hendrick Huijlman, Vrederegter van het canton Zevenbergen, blijkens des zelfs proces verbaal van den vierentwintigsten dezer geënregistreerd ten zelven dage.
Tot bewaring van de regten van de partijen en van alle anderen die daarbij belang zouden mogen hebben word door ons Adrianus Vermeulen, openbaar notaris residerende te Fijnaart canton Zevenbergen Arrondissement van Breda, provincie Braband in tegenwoordigheid van Jacobus Kuijpers, Dijkbode en Arij van den Hout, dienaar des justitie van Fijnaart en Heijningen, getuigen hiertoe verzogt, toegetreden tot de inventaris en beschrijving van alle meubelen eten en in het algemeen van alle de roerende goederen behoordende tot de gemeenschap die tussen voornoemde Petronella Verheulen en wijlen haren man bestaan heeft. En zijnde dit alles gevonden en berusten in de hierna te noemen huis in het welk de voornoemden Jan Noúwens den zesden augustus agtienhonderd dertien mits gaders te voorschijn gebragt door gemelde Petronella Verheulen die na het overlijden van haren man in het bezit deszelve gebleven was.
De goederen tauxatie subject zullen worden gewaardeerd door juffrouw Willemijna Mickhout huisvrouw van Gerrit Horsten Mr metselaar en Elisabeth Dam Huisvrouw van Hermanus Frijters Schipper in en onder Fijnaart woonagtig hiertegenwoordig welke door partijen daartoe zijn verkozen en belooft hebben dezelde tauxatie te zullen doen naar hun beste weten op de juiste waarde en naar de tijd en omstandigheden.
En hebben de partijen, taxateurs met ons notaris en getuigen getekend na gedane voorlezing exept de eerste comparant die verklaart niet te kunnen schrijven.
H. Noúwens
Willemijna Mickhout
Elisabeth Dam
J: Kuijpers
A van den Hout
A Vermeúlen Nots
Dit gedaan zijnde is men voortgegaan tot de inventarisatie in manieren navolgende.
| In de keuken | |
| tien vrouwe hemden van agtien gulden | f 18.-.- |
| agt lakens agt gulden | f 8.-.- |
| Zeve kussensloven twee gulden | 2.-.- |
| Nege doeken nege gulden | 9.-.- |
| Vijf voorschorten agt gulden | 8.-.- |
| Twintig mutsen agt gulden | 8.-.- |
| Vier witte doeken twee gulden, twee stuivers | 2.-2.- |
| Twaalf vrouwe rokken drieentwintig gulden | 23.-.- |
| Elf ditto manteltjes twee en twintig gulden | 22.-.- |
| Een regenkleed drie gulden | 3.-.- |
| Een vrouwehoed en corset twee gulden | 2.-.- |
|
f 105.-2.- |
| Transport f 15.-2.- |
|
| Vijf paar kousen, zes sokken en zes schaardoeken drie guldens | 3.-.- |
| Een goúd hart en schúif agt gulden | 8.-.- |
| Twee dito ringen agt gulden | 8.-.- |
| Een zilvere beugel dertien gulden | 13.-.- |
| Een paar goude bellen agt gulden | 8.-.- |
| Een dito slot zes gulden | 6.-.- |
| Een paar zilveren gespen vier gulden | 4.-.- |
| Twee kinderdekens vier gulden | 4.-.- |
| Een partij kindergoed eene gulden tien stuivers | 1.-10.- |
| Een cabinetje tien gulden | 10.-.- |
| Een kastje en lessenaar vijf gulden | 5.-.- |
| Een klok drie gulden | 3.-.- |
| Een rek met geschaart toegoed en vijf kommetjes twee gulden, tien stuivers | 1.-10.- |
| Een bus een kom en schaart toegoed eene gulden | 1.-.- |
| Vijf schaarde schotels, vijf borden en zes kommetjes eene gulden | 1.-.- |
| Zes schilderijtjes, een teeblaadje en een spiegeltje twee gulden | 2.-.- |
| Twee bedden met zijn toebehoren vijftig gulden | 50.-.- |
|
f 235.-2.- |
| Transport f 235.-2.- |
|
| Twee paar gordijnen eene gulden tien stuivers | 1.-10.- |
| Een Teketel en ketting eene gulden tien stuivers | 1.-10.- |
| Een blaaspijp, tang, Langel en Vúúrlepel twee gulden | 2.-.- |
| Twee ijzeren platen vier gulden | 4.-.- |
| Twee tafels eene gulden, tien stuivers | 1.-10.- |
| Tien stoelen twee gulden | 2.-.- |
| Twee paar schaalen en gewigt eene gulden | 1.-.- |
| Twee doosjes, twee bussen en een koffijmoolentje eene gulden, tien stuivers | 1.-10.- |
| In de Kelder | |
| Zes witte borden en een bestek twee gulden | 2.-.- |
| Een tabaksconfoor, een Súikerpot en een melkkan eene gulden tien stuivers | 1.-10.- |
| In de kleermakers winkel | |
| Een bad met zijn toebehoren tien gulden | 10.-.- |
| Een partij aan de werk vier gulden | 4.-.- |
| Een kisje, een lantaarn en een kleermakerstafel twee gulden | 2.-.- |
|
f 269.-12.- |
| Transport f 269.-12.- |
|
| In het agterhuijs | |
| Een lamp, een schuimspaan en lepelrek eene gulden | 1.-.- |
| Een kopere ketel en twee ijzere potten, zes gulden | 6.-.- |
| Drie koffijketels en twee wateremmers vier gulden | 4.-.- |
| Een schotelrek, tegoed en eenig aardewerk eene gulden, tien stuivers | 1.-10.- |
| Twee vaten een ladder en een houtbak eene gulden tien stuivers | 1.-10.- |
| Een ketting, koekpan en hangijzer twee gulden | 2.-.- |
| Vier schoorsteen klederen, eenige schoene en muilen drie gulden | 3.-.- |
| Twee wastobben en stoel eene gulden tien stuivers | 1.-10.- |
| Twee stoven en twee vrouwehemd drukken eene gulden | 1.-.- |
| Twee persijzers, persplank en een el eene gulden, tien stuivers | 1.-10.- |
| en partij knopen, vuren en zaijen garen eene gulden, tien stuivers | 1.-10.- |
| Op de zolder | |
| Een partij hout en turf, wieg en vúúrmand vier gulden | 4.-.- |
|
f 298.-2.- |
| Transport f 298.-2.- | |
| Eenig spek zes gulden | 6.-.- |
| Een partij vlas zeve gulden | 7.-.- |
| Vaste goederen | |
| Een Huis en erve staande en gelegen op den dijk van de ouden Fijnaart nabij dezen dorp bekent No 51. belent oost den afril, zuid den krúin van den dijk, noord den binnen baren sloot en west Pieter Jan van Tooren, getaxeerd op eene somme van vier honder vijftig gulden dús | 450.-.- |
|
Totaal zeve honderd een en zestig gulden, twee stuivers |
f 761.-2.- |
| Schulden der Boedels | |
| De schulden des boedels bij den andere berekent bedragen twee honderd vijftig gulden | f 250.-.- |
| Recapitulatie van het getaxeerde | |
| 1. Meubelen | f 264.-2.- |
| 2. Goud en zilver | f 47.-.- |
| 3. Vaste goederen | f 450.-.- |
|
Totaal zeve honderd een en zestig gulden, twee stuivers |
f 761.2.- |
Dit gedaan en niets meer gevonde zijnde om in deze inventaris te bevatten of daarbij op te geven is al het gene daarin vermeld gelaten in het bezit van Petronella Verheulen die dit ook erkent, en zich belast om hetzelve weder te voorschijn te brengen of te verantwoorden, wanneer en aan wie zich behooren zal.
Petronella Verheulen heeft daarom dadelijk ten overstaan van de ondergetekenden de Notaris met eede bevestigt dat deze inventaris is deugdelijk én opregt.
En hebben de partijen, de taxateuren, benevens ons Notaris en getuigen alhier na gedane voorlezing getekend exept de eerste comparant die verklaard niet te kunnen schrijven.
H. Noúwens
Willemijna Mickhout
Elisabeth Dam
J:Kuijpers
A vanden Hout
A. Vermeulen Notaris.
—-
Geregistreerd te Zevenbergen den zevende november 1814
3 vel folio 21 .. 7.8 ontvangen Eene gulden vier stuivers de verhooging en ondertekend den ontvangst
Pde Bossin.
De kinderen met hun moeder en stiefvader hebben het blijkbaar niet slecht. De kinderen trouwen en krijgen 14 en negen kinderen.
Petronella overlijdt op 23 mei 1842 in Fijnaart, haar tweede man Adrianus overlijdt op 7 maart 1858, ook in Fijnaart.
Over Fijnaart van rond die tijd schrijft het BHIC:
Onder Frans bestuur werden Fijnaart en Heijningen per besluit van 8 november 1810 verenigd tot één gemeente. Na het vertrek van de Fransen werden op 13 december 1813 twee afzonderlijke besturen benoemd. Dit duurde tot 27 december 1813 toen door de twee nieuw benoemde commissarissen-generaal één bestuur voor Fijnaart en Heijningen werd aangesteld. Onder druk van de bevolking werd dit besluit op 30 december 1813 weer ingetrokken en functioneerden er opnieuw twee afzonderlijke gemeentebesturen voor beide kernen. Hun samenwerking was echter zeer nauw en op administratief en financieel gebied viel nauwelijks onderscheid te ontdekken. Aan deze onduidelijke situatie kwam een einde toen de gouverneur van Noord-Brabant op 4 januari 1815 besloot dat Fijnaart en Heijningen voortaan één gemeente zouden vormen met één gemeentebestuur.