Tag archieven: ‘s-Hertogenbosch

Hubertus Cornelis Johannes Nouwens – een twijfelachtige carrière

Tja, trots kunnen we niet zijn op deze verre neef.

Hubertus is de zoon van Dingeman Cornelis Nouwens (Klundert 1870), en Maria Josepha Jacobs (Ginneken en Bavel 1872). Dingeman en Maria trouwen op 25 november 1896 in Zundert.
Dingeman is net als zijn jongere broer Cees (onze overgrootvader) een actieve ondernemer. Hij is koperslager, loodgieter, handelsreiziger, winkelier. Ook is hij in de voetsporen van zijn jongste broer Johannes (de priester) actief in de organisatie van de middenstand.

Dingeman en Maria krijgen 13 kinderen, Hubertus is nummer 5, geboren op 8 september 1900 in ‘s-Hertogenbosch. Hij is koperslager en later electricien maar heeft ook nog een andere cariére.

In 2016 schreef ik al eerder over Hubertus, daar iets meer over zijn familie.

Het eerste schriftelijke bewijs wat we van hem vinden is een vermelding in het inschrijvingsregister voorlopig aangehoudenen van ‘s-Hertogenbosch.
Op 10 maart 1917 wordt hij gearresteerd voor diefstal. 5 april 1917 vertrekt hij in vrijheid.

Heel erg is de misdaad niet, zeker niet volgens huidige maatstaven.

1917 Bron: BHIC https://proxy.archieven.nl/235/D82BED58E8B14B22946974EDD349F5D6

Hubertus wordt erkend als een minderjarige. Het oordeel is een terbeschikkingstelling, zonder verdere straf.

In 1917 is hij 1,62 lang, blond haar, oogen grijs, mond en neus gewoon, kin rond, geen baard. Een ovaal aangezicht, kleur bleek, spreekt Nederlands.


1917 Bron: https://www.wiewaswie.nl/nl/detail/69361025

Opnieuw opgepakt naar aanleiding van een diefstal op 25 februari 1918. Hij is 4 centimeter langer geworden. Dit keer een handtekening met al zijn initialen en opnieuw een ter beschikking gesteld van de regering aan zijn broek.

1918 Bron: https://www.wiewaswie.nl/nl/detail/69016908

Vervolgens in het bevolkingsregister in Doetinchem, register 58, Rijks Opvoedings Gesticht (ROG).
22 augustus 1919 komt hij daar aan. Zijn vorige woonplaats is het Rijks Opvoedings Gesticht in Alkmaar. Hij vertrekt op 17 juli 1920 weer richting Breda.
Even later in Helmond, maar die scan is vanwege wettelijke beperkingen nog niet openbaar.

1919 Bron: https://www.wiewaswie.nl/nl/detail/95442057

In 1922 is het weer mis, een diefstal met braak door twee verenigde personen. Uit het register blijkt:

20 mei 1922, hechtenis verlengd met 6 dagen
24 mei 1922, verleent rechtsingang met last tot uitstel van gevangenisneming
23 juni 1922, verlengd met 30 dagen
18 juli 1922, verlengd met 30 dagen.
18 aug 1922, verlengd met 30 dagen
5 sept 1922, verwijst de zaak naar de terechtzitting met bevel van gevangenishouding.
31 okt 1922, bevel van den officier van justitie te Breda wegens aangetekend hooger beroep
31 okt 1922, naar Huis van bewaring te ‘s-Hertogenbosch.
23 dec 1922, naar de strafgevangenis te Utrecht.

1922 Bron: https://www.wiewaswie.nl/nl/detail/68990948

zijn lengte is nu 1,74 meter. Hij blijft groeien!

1922

Wat heeft hij misdaan? Uit het strafdossier blijkt dat Hubertus en zijn kompaan Albert van Esch in de nacht van 4 op 5 mei 1922 in Ossendrecht een diefstal hebben gepleegd.
Hubertus heeft met een ijzeren staaf een ruitje ingetikt bij de woning van den pastoor Wijtvliet. Vervolgens heeft hij de deur opengedaan voor Albert. Ze hebben 300 gulden weggenomen die aan de RK kerk toebehoorden, 80 gulden van de pastoor zelf. En als klapstuk: twee fietsen van de kapelaans.

Plaats delict: https://goo.gl/maps/Jov8G5J36X6fiDN47

Het dossier beschrijft met 29 pagina’s de getuigenissen van 12 getuigen, bevat vele extra correspondentie over het dagen van de getuigen, de advocaat die twee getuigen a decharge aandraagt etc.

Hubertus verklaart naar aanleiding van de getuigenissen dat Albert hem bedreigd had met “Als je het niet doet, steek ik je kapot”, dat Albert het ruitje had ingeslagen. Ja, hij was naar binnen geklommen en hij had de deur opengedaan maar het geldkistje had hij niet gepakt maar aangewezen. Het hoekkastje kende hij omdat hij eerder bij de pastoor was geweest, en toen geld uit dat zelfde kastje had gekregen.

Ja de fiets had hij weggenomen om ermee weg te rijden. Albert had hem 60 gulden gegeven. De fiets heeft hij verderop achtergelaten.

Albert beweert 75 gulden aan Hubertus te hebben gegeven, de rest á 215 gulden heeft hij opgemaakt. Over de bedreiging beweert hij gezegd te hebben: “Als je me verraad of met erin laat lopen, steek ik je kapot”. Hij was nog nooit eerder in Ossendrecht geweest.

Beide dieven worden veroordeeld voor vier jaar gevangenisstraf. Albert heeft nog het laatste woord: “Ik heb de geëiste straf van vijf jaar best verdiend.”

In het dossier ook een verzoek aan een arts ter onderzoek: “of verdachte lijdend is aan gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke storing zijnen verstandelijke vermogen; of een ander het geval is geweest op 26 april 1922. Zo ja, welken invloed deze afwijking heeft gehad bij het plegen van het ten laste gelegde feit. Of opneming in een krankzinnigen gesticht noodig of gewenscht is.” In het dossier is geen uitslag gevonden.

Hubertus gaat na de eerste veroordeling in hoger beroep. Als hij dit zelf geschreven heeft lijkt hij niet zwakzinnig…

1922 Bron: BHIC https://proxy.archieven.nl/235/34CC238821354AED8A785CD8920B862B

Albert van Esch heeft al een hele reeks arrestaties en veroordelingen achter zijn naam. Hij is geboren in Sterkrade (vlak boven Oberhausen in Duitsland), zwerft, pleegt diefstallen, gebruikt een valse naam etc. Geen fortuinlijk figuur. Hij wordt in 1927 nogmaals veroordeeld voor diefstal met inbraak. Hij overlijdt op 20 februari 1951 in Eindhoven.

In 1923 alweer een verhuizing, nu naar de Pompstationweg 28 in den Haag.

Pompstationweg Bron: Google streetview


Tijdens de tweede wereldoorlog was hier de Polizeigefängnis, het “Oranjehotel”. Tegenwoordig bekend als Penitentiaire Inrichting Haaglanden: Locatie Scheveningen Zuid/oost, een plek waar verdachten en veroordeelden als Milošević, Karadžić en Mladić zaten en voor altijd zitten.
Zo zwaar waren de veroordelingen van onze achterneef niet. Van 1919 tot 1940 diende de cellenbarak van de Scheveningse gevangenis als huis van bewaring voor kleine criminelen.

1923 Bron: https://www.wiewaswie.nl/nl/detail/107267235

Op 24 september 1924 weer een begeleide verhuizing naar Helmond.

1925 Bron: https://www.wiewaswie.nl/nl/detail/5627375

Vanaf zijn 17de tot zijn 24ste is bij drie keer veroordeeld. Hij heeft gewoond in meerdere opvoedingsgestichten en gevangen gezeten. In 1922 is hij ongehuwd.

Hij woont in Helmond maar zijn overlijden wordt geregistreerd in Breda,. Hubertus overlijdt daar, waarschijnlijk in de gevangenis, op 24 februari 1925. Hij is dan pas 24 jaar. Bij het overlijden zijn geen bijzonderheden geregistreerd.

Hubertus’ ouders worden beide 80 jaar, ze overlijden in 1952 en 1953.

Gedenkboek 50 jaar cliche- en stempelfabriek Verhees

gedenkboek in 1931 uitgegeven ter gelegenheid van het 50-jarig bestaan der N.V. cliché- en stempelfabriek A.C. Verhees ‘s-Hertogenbosch. Vuchterstraat 120, telefoon 809.

Met dank aan Harry Verhees.

Koop van twee winkelpanden aan de Bossche markt in 1918.

Via de website van erfgoed ’s Hertogenbosch vond ik ook de koopakte van twee winkelhuizen met afzonderlijke bovenwoningen aan de Groote Markt. sectie H, nummer 4978. De verkoper was de (voormalig) slager Gerardus Litjens. Hij kocht het pand in december 1898.

Kosten op 2 september 1918: 35.000 gulden. Vergelijkbaar met ongeveer € 250.000 in 2020.

transport van 2 september 1918 – Sectie H, Nummer 4978 – later Markt 65
Lees verder Koop van twee winkelpanden aan de Bossche markt in 1918.

Oprichting Naamlooze Vennootschap Nationale Slachtvee – Verzekeringsmaatschappij

Een nieuwe ontdekking in het archief naar aanleiding van de publicatie van de notariële archiefstukken uit de periode 1916-1925.

Naam archief:Notarieel Archief ‘s-Hertogenbosch
Toegangsnummer:0072
Datum:22/4/1917
Inventarisnummer akte:0399
Aktenummer:0115
Notaris:M.H.J.W. Eycken
Rechtshandeling:oprichting
Korte samenvatting:der naamlooze vennootschap Naamlooze Vennootschap Nationale Slachtvee – Verzekeringsmaatschappij gevestigd te ‘s-Hertogenbosch door Cornelis Johannes Nouwens en cons. aldaar.

Oprichters:
1. Cornelis Johannes Nouwens, koopman. (wordt aangewezen als directeur)
2. Meester Judocus Antonius Swane, advocaat v. Procureur
3. Martinus Verberk, directeur ener Bank
4. Cornelis Johannes van der Put, koop,an, allen wonende te ’s Hertogenbosch.

Lees verder Oprichting Naamlooze Vennootschap Nationale Slachtvee – Verzekeringsmaatschappij

Het marktcomité in de diligence

In het archief vond ik twee foto’s van Cornelis Nouwens:
6 juli 1935, viering 750-jarig bestaan van de stad. Het marktcomité in de diligence voor café-restaurant “Lohengrin”. Voorop Frits van de Ven, Chr. Smits, C. Eickholt. Dan Jan Rademaker, W. Mulders, C. Nouwens en achter M. van de Bruggen, W. Hopmansen en A. Schouten. In het rijtuig zaten de heren C. Verhagen en C. Gips (van Firma Vos).

Fotopersbureau Het Zuiden – 6 juli 1935

Fotopersbureau Het Zuiden – 6 juli 1935
Cornelis Nouwens 6 juli 1935

drie broers, één tijdschrift

Spannen drie broers hier samen, of is dit een kwestie van sponsoring van het clubblad van het jongste broertje?

Op pagina 4 van De Hanzebode; off. orgaan van De Hanze, R.K. Vereeniging van Neringdoenden, jrg 3, 1905, no 60, 02-06-1905 staan twee advertenties:

Vleeschouwerij van C.Nouwens en Magazijn “de Ster” van D.C. Nouwens in het tijdschrift onder hoofdredactie van hun jongste broer J. Nouwens

Katholieke illustratie

Vandaag in het nieuws dat Delpher, het kranten archief van de KB een grote verzameling tijdschriften heeft toegevoegd. Zo ook een aantal jaargangen van de Katholieke illustratie. Dit heeft mijn interesse omdat AC Verhees heel wat illustraties, eerst houtgravures, later foto’s, voor de KI maakte. Maar ook omdat Dr. Johannes Nouwens veel genoemd wordt. Zouden er van hem ook foto’s zijn? Uiteraard.

De katholieke illustratie; zondags-lektuur voor het katholieke Nederlandsche volk, jrg 42, 1907-1908, no 2175, 08-08-1908

De katholieke illustratie; zondags-lektuur voor het katholieke Nederlandsche volk, jrg 42, 1907-1908, no 2181, 19-09-1908

Lees verder Katholieke illustratie

Johannes Petrus Nouwens

Een kopie van het wikipedia artikel wat ik over ons beroemde familielid schreef.

Johannes Petrus Nouwens (Klundert2 januari 1875 – Merano20 januari 1968) was norbertijn, medeoprichter en adviseur van de R.K.Middenstandsvereniging “De Hanze” en bedenker van de Hanzebank. Vanaf 1910 was Nouwens procurator-generaal van de Orde der Norbertijnen te Rome. Hij trad in 1923 na onenigheid en geruchten uit de orde en woonde dan met zijn levenspartner Mary Ann van Hoytema in Merano waar hij werkte aan het ontwikkelen van het toerisme in Zuid-Tirol.

Een borstbeeld van dr. J. Nouwens, vervaardigd door August Falise
Foto Hans Nouwens – Eigen werk, CC BY-SA 4.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=83205121
Algemene informatie
Volledige naamdr. Johannes Petrus Nouwens O. Praem.
BijnaamJosephus
GeborenKlundert2 januari 1875
OverledenMerano20 januari 1968
NationaliteitNederlands
Bekend vanR.K.Middenstandsvereniging “De Hanze”
Carrière
1893-1901student, promovendus, docent
1901-1910Geestelijke adviseur R.K.Middenstandsvereniging “De Hanze”, bedenker van de Hanzebank
1903medeoprichter van het Institut International pour l’Etude de Problème de Classes Moyennes te Brussel
1904lid van de staatscommissie voor den Handelsdrijvenden en Industrieëlen Middenstand
1908lid van de Commissie voor Middenstandsenquête
1910-1920Procurator-generaal van de Orde der Norbertijnen
1920-1968Adviseur toerisme voor de stad Merano en de regio Zuid-Tirol

Familie

Nouwens is de zoon van Petrus Nouwens (1842-1877) en Adriana van Elewout (1835-1920).[1]

Heeswijk en de middenstand

Nouwens studeerde eerst in Turnhout en daarna op het college te Berne in Heeswijk. In 1893 trad hij in in de Abdij van Berne van de orde van de Norbertijnen. Zijn kloosternaam was Josephus. In 1897 ging hij als eerste abdijlid te Rome studeren, hier werd hij ook in 1899 tot priester gewijd. In 1901 promoveerde hij bij de Pauselijke Gregoriaanse universiteit in Rome in de theologie.[2] [3]

Na op de opleiding te Heeswijk docent te zijn geweest, startte hij op verzoek van mgr. W. van der Ven in het sociale werk als adviseur van de Katholieke Middenstandsvereniging in het bisdom van ‘s-Hertogenbosch. De eerste algemene vergadering van “De Hanze” werd belegd op 25 april 1902.[3] Bij de oprichting van de andere diocesane bonden en plaatselijke afdelingen was hij steeds betrokken. Ook was hij hoofdredacteur van het orgaan “De Hanzebode”.[4]

In 1903 was hij medeoprichter van het Institut International pour l’Etude de Problème de Classes Moyennes te Brussel, in 1904 werd hij lid van de staatscommissie voor den Handelsdrijvenden en Industrieëlen Middenstand en in 1908 lid van de Commissie voor Middenstandsenquête.[3]

Nouwens werkte in deze periode aan de oprichting van een bank speciaal voor Katholieke middenstanders. De “Hanzebank” moest middenstanders voor het eerst toegang geven tot krediet. Om in aanmerking te komen voor een overheidssubsidie besloot men pragmatisch om ook niet-katholieken toe te laten tot de bank. Dit was in de lijn van het antwoord op de vraag van Nouwens aan Paus Leo XIII nog voor het oprichten van de middenstandsbond, “als het kan R.K., anders Christelijk”.[5](pagina 80) De bank ging in 1925 failliet, vele middenstanders verloren hun geld. De krant “de Echo van het Zuiden” publiceerde op 18 februari 1925 een uitgebreid verslag van het faillissement.[6] In 1927 fuseerden de resten van de bank met andere banken tot de Nederlandsche Middenstandsbank om uiteindelijk deel te worden van het huidige ING.

Nouwens, adviseur der Hanze te Heeswijk, werd op 31 augustus 1908 benoemd tot ridder in de Orde van Oranje-Nassau.[2][7]

Rome

In 1910 werd Nouwens procurator-generaal te Rome. In deze functie woonde hij op het adres Monte Tarpeo 54. Als procurator had hij meerdere audiënties met Paus Pius X die Nouwens’ werk voor de middenstand waardeerde en stimuleerde. Nouwens reisde veel en schreef regelmatig artikelen over zijn audiënties in Nederlandse kranten.

In het het klooster Mariënburg vond, volgens hun eigen journaal, in 1916 [5](pagina 24) “een indrukwekkende plechtigheid plaats in onze kapel. Dr Nouwens diende het H.Doopsel toe aan ene bekeerlinge, eene zeker mejuffrouw Hoitema.”

In 1920 nam hij ten gevolge van zijn zwakke gezondheid ontslag en ging wonen in Merano. Hij werd verordonneerd naar een klooster in Schlägl te komen, wat hij, onderbouwd met een voorschrift van de dokter, om gezondheidsredenen weigerde. Als gevolg van geruchten voelde hij zich gedwongen in 1923 uit te treden. Wat de daadwerkelijke reden van Nouwens aanvraag voor reductie ad statum laicalem was is onduidelijk. Het lijkt er op dat de vermeende relatie met Mary Ann van Hoytema, en dus schending van het celibaat, gebruikt is als een eenvoudig excuus terwijl er een groter geheim achter zit. [8]

Merano en toerisme

In Merano was prof. dr. Johann Josef Nouwens actief bij het ontwikkelen van het toerisme van de stad en de regio Zuid-Tirol. Hij woonde vanaf 1922 in een villa met de naam Saxifraga, tegenwoordig een luxe restaurant. Na de watersnoodramp van 1953 gaf Nouwens een reeks lezingen om zo circa fl. 100.000,- aan steun op te halen.[3] Na de Tweede Wereldoorlog normaliseerde de vertroebelde relatie met de abdij in Heeswijk langzaam. [8] [9] Via zijn goede contacten met zijn “neef” en abdijgenoot O. Praem. Florentinus (Huub van Bavel) worden zijn archieven overgedragen aan de abdij. In aanvulling op zijn eerdere testament uit 1915 beloofde hij dat na zijn dood ook zijn luxe villa zal toekomen aan de abdij. [8]

Op 20 januari 1968 overleed hij te Merano waar hij begraven werd samen met zijn eerder overleden levenspartner Mary Ann van Hoytema.[3][10]

In een artikel geschreven na zijn dood schreef Alphons W. v.d. Hurk O. Praem.:[3] Johan Nouwens, geboren op een moment, toen de kruitdamp van de zouaven nog maar amper was opgetrokken, heeft zijn leven lang iets gehad van hun vechtlust en verbeten katholieke trouw. Dat weerspiegelde zich heel zijn leven, en het was dezelfde mentaliteit die hij destijds fixeerde in een voor hemzelf gekozen strijdkreet: “Sempre avanti, l’occio al Christo”! te vertalen als “Immer vooruit, met het oog op Christus”!

Archief en onderzoek

In de jaren na zijn dood wordt onderzoek gedaan in zijn persoonlijk archief dat in 2019 openbaar werd gemaakt.[11] Zo werd de geheimzinnige kwestie over zijn uittrede beschreven als illustratie in een artikel over de Romeinse Curie.[8]

De documenten die betrekking hebben op de exacte reden tot de uittreding in 1923 bleken na zijn dood zorgvuldig vernietigd. In een brief van juli 1970:[5](pagina 50/51) “Uit al die brieven is niet af te leiden wat de eigenlijke oorzaak is. … Toch blijkt uit de brieven van Nouwens dat er twee twee personen zijn die kennis hebben van de werkelijke oorzaak van zijn val, n.l. Prior Ondersteijn en Abt Schächinger. Aan de laatste vraagt hij alles wat betrekking heeft op het geheim te verbranden. Prior Ondersteijn vraagt hij uitdrukkelijk het grote geheim toch nooit te openbaren. Hij spreekt zijn grote angst uit dat het ooit openbaar zou worden. Nu ontbreken hier in het archief inderdaad juist de stukken en brieven welke binnengekomen zijn tussen januari 1920 en de komst van prelaat Noots. Nu zijn naderhand hier in het archief stukken terecht gekomen van het H.Officie, waar in zijn veroordeling wordt vermeld. Ik heb deze stukken ook doorgenomen en weet nu wat zijn geheim is. Maar daar dit een zuivere gewetenskwestie is, geloof ik dat men daarvan niet zomaar gebruik kan maken. Waarom zou men de goede naam van iemand moeten schaden? … Naar mijn mening moeten wij deze zaak van vijftig jaren geleden laten rusten. Wat hebben wij eraan de nagedachtenis van iemand te schenden?”

Bronnen, noten en/of referenties
[1] Burgerlijke Stand, Geboorteregister Klundert 1875 Geboorte met Johannes Petrus Nouwens
[2] BHIC 2093 Norbertijnenabdij van Berne, archief sociale werkers, 1890-1940 Aanstellingsbrieven en getuigschriften
[3] “Berne” tijdschrift van de Norbertijnen in Nederland, nr. 4 jaargang XXI, augustus 1968, p.76-82
[4] De Hanzebode; off. orgaan van De Hanze, R.K. Vereeniging van Neringdoenden jrg 1, 1902, no 1, 31-10-1902
[5] BHIC 2093 Norbertijnenabdij van Berne, archief sociale werkers, 1890-1940 Biografische gegevens over de persoon van Nouwens, 20e eeuw
[6] de Echo van het Zuiden, 18 februari 1925 pagina 3
[7] diverse media, waaronder De Tijd d.d. 31 augustus 1908
[8] Sengers, E., & Poels, V. (2018). Power Play in the Norbertine Order and the Roman Curia: J. Nouwens O.Praem., Cardinal van Rossum, and the modernization of Vatican bureaucracy 1910-1922. Trajecta. Religie, cultuur en samenleving in de Nederlanden / Religion, culture and society in the Low Countries, 27, 195-216. https://research.tilburguniversity.edu
[9] Erik Sengers, Paters van de sociale actie; De Abdij van Berne en de sociale kwestie 1895-1940 Uitgeverij Abdij van Berne
[10] Beeldcollectie Abdij van Berne Grafsteen van Joseph Nouwens en zijn levensgezellin Mary-Ann van Hoytema te Merano
[11] BHIC 2093 Norbertijnenabdij van Berne, archief sociale werkers, 1890-1940 Archief van en documentatie over Johan Nouwens (1875-1968)

Credietvereeniging “De Hanzebank” te ‘s-Hertogenbosch

Een vergeten hoofdstuk uit de familiegeschiedenis is de relatie van onze bekende heeroom Dr. Johan Nouwens, met de Hanzebank. Een verhaal wat een inkijkje geeft in de middenstand de handelsgeest, relatie met de kerk in het begin van de vorige eeuw rondom onze familie.

Lees verder Credietvereeniging “De Hanzebank” te ‘s-Hertogenbosch